Geplaatst op 10 apr 2016 in
Uncategorized |
9 reacties
Ik ben Bertien Minco, kleindochter van Bertha Henriette Denneboom, die hier in Beilen geboren werd op 26 juli van het jaar 1900. In de burgerlijk stand staat 25 juli, maar haar hele leven vierde wij haar verjaardag de 26e. Eigenlijk heette ze Bartha, maar haar roepnaam was Bertha. Ik groeide op in Groningen en de eerste zes of zeven jaren van mijn leven, woonde we samen met oma in één huis. Oma sprak veel. Haar mond stond nooit stil, ze babbelde maar ze vertelde zelden tot nooit iets over haar eigen leven, ze sprak niet over de dingen die ze had meegemaakt ……en ze hád wat meegemaakt. Oma overleefde de oorlog, als enige van het gezin waar ze in opgroeide. Ze verloor grote delen van haar familie. En ze zweeg. Ze wilde haar kinderen er niet mee lastigvallen. En vermoedelijk wilde ze ook zichzelf in bescherming nemen tegen al teveel nare herinneringen. Een paar jaren geleden besloot ik eens een bezoekje te brengen aan Beilen, dit dorp waar een deel van mijn roots liggen. Denneboom. Zo’n vrolijke naam. Je denkt meteen aan een liedje en het heeft ook wel wat om af te stammen van een boomsoort. Veel Dennebomen, vormen samen een bos. We parkeerden de auto en wandelden het centrum van Beilen binnen. Ik had eigenlijk geen idee waar ik naar opzoek was. Misschien stond er ergens een oude synagoge? Ik vond niets en vroeg ik de boekhandel of er misschien nog iets te vinden was van het oude Joodse leven in Beilen. Een sjoel, een Joodse begraafplaats misschien? Ze wisten het niet, maar verwezen me naar de overkant, naar de zaak van Oldenburger, ‘ga maar naar Bert en Finy, die weten dat wel.’ De ontmoeting met Finy was bijzonder. Ze noemde mijn oma ‘tante Bertha’ en had haar nog wel gekend. We waren geen familie, zij was er een van Kats en ik van Denneboom. Jeweetwel. Kats en Denneboom.Dat waren de twee grote Joodse families hier in het dorp en er was altijd sprake van enige rivaliteit, van wat ruzie. Ik herinnerde me heel vaag een rijmpje van mijn vader over de familie Kats. Het was niet heel complimenteus, ik ga het hier ook niet herhalen, maar hij moest er altijd heel hard om lachen. En wij begrepen dan niet precies waarom. Kats en Denneboom. Daar was iets mee. Finy had nog een oude, lieve vader die woonde boven de zaak, met tomatenplantjes op zijn dakterras en een paar oude foto’s aan de wand. Op ééntje herkende ik tante Carolien als klein meisje. Finy reed voor ons uit en wees ons de weg naar de Joodse begraafplaats, die tegenwoordig midden in een moderne woonwijk ligt. We openden het hek en pal in het midden stonden fier de grafstenen van mijn bet-overgrootouders Heiman Mozes Denneboom en Bartha Heimans van Hasselt. Bartha, Bertha, Bertien. Heiman en Bartha kregen samen acht kinderen en zijn daarmee de stamouders van de Dennebomen waar ik het vandaag hier over heb en waar we vandaag de Stolpersteine voor zullen plaatsen. Mijn overgrootvader Philip, was hun jongste zoon. In voorbereiding op vandaag probeerde ik alle losse eindjes die ik had en wist van Beilen aaneen te knopen om tot een verhaal te komen. Het was niet veel, wat ik wist. Een gevoel van schaamte bekroop me. De stamboom van de Dennebomen boodt een beetje houvast. Die betovergrootvader van me, Heiman Mozes Denneboom, was een voorkind, een bastaard. Hij was het enige kind van Rada Denneboom,...
Recente reacties