Geplaatst op 11 sep 2016 in
Uncategorized |
Reacties uitgeschakeld voor 9/12
Het is 11 september 2001, tien over drie ’s middags en ik sta op de brede stoep, voor mijn nieuwe huis aan de rand van het park met de kastanjebomen. Het is een prachtige nazomermiddag. Ik heb de kinderen net uit school gehaald.. ‘Ik ga morgen verhuizen en dat ik nog geen keuken heb, kan ik best mee leven, maar dat het warme water het niet doet, dat accepteer ik echt niet’, bries ik in mijn kleine Nokiaatje tegen aannemer Kees. We hebben een loodzware verbouwing van twee en een half jaar achter de rug. Al ons geld is in een nieuwe fundering, een kelder, in 30minuten brandwerende plafonds, in isolerende vloeren, mechanische ventilatiesystemen gestoken; de basis is op orde. Morgen gaan we verhuizen en ik heb net ontdekt dat het warme water het nog niet doet. Dat is de druppel. ‘Waar ben jij nu?’ vraagt Kees met z’n lijzige en licht nasale stem. ‘Wat doet het ertoe waar ik ben. Ik wil warm water!’ ‘Misschien moet je maar even naar huis gaan en de televisie aanzetten. De Derde Wereldoorlog is begonnen.’ Eindelijk was het moment daar om eens lekker kwaad te worden op die aannemer, die ik twee en een half jaar te vriend had moeten houden en nu was de Derde Wereldoorlog begonnen. We lopen naar de ijssalon van Peppino en terwijl we citroen en aardbeienijs bestellen, zien we op het teeveetje dat in de hoek van de winkel staat hoe een vliegtuig zich in een wolkenkrabber boort. Thuis gaan we door met inpakken. De kleine minitelevisie boven op de stapel dozen laat alsmaar de verbijsterende beelden zien, van die vliegtuigen, van instortende torens. Onze handen voelen zwaar en elk kopje of boek dat we inpakken kost moeite. ’s Nachts om twee uur geef ik het kijken en inpakken op en duik mijn bed in, voor de laatste keer in mijn veilige, kleine huurwoninkje in de Jordaan, op de plek waar mijn kinderen geboren zijn en terwijl ik de deken over mijn hoofd trek denk ik ‘omdat mijn leven vandaag op zijn kop staat, hoeft de hele wereld nog niet mee te doen.’ Vanaf de dag dat we naar het Sarphatipark verhuisden, op nine/twelve , leven we in een andere wereld. ‘Either you’re with us, or you’re against us’, echoot het door vanaf het wereldtoneel. Het is de tijd van de scherpe tegenstellingen, van wij tegen zij en ik vraag me sinds die tijd af bij wie ik nou eigenlijk hoor. Ik ben opgegroeid in een gezin waarin de Tweede Wereldoorlog stevige sporen heeft nagelaten en dat bepaalt nog altijd voor een belangrijk deel mijn denken, mijn gevoelsleven en handelen. Ik doe al jaren mijn stinkende best om van de angsten af te komen. Dat lukt voor een deel, maar helemaal slaag je daar toch niet in. Vooral niet in deze tijd, van de Summer of Fear, die volgt op de Spring of Hate en de Winter of Terror. Deze zomer was ik in Frankrijk en liep samen met mijn dochter een kerkje binnen in een slaperig dorp in de Ardeche. Ze bleef stilstaan voor een gebrandschilderd raam, waarop je een vader zag die zijn zoontje op het altaar legt en een groot hakmes in zijn opgeheven hand heeft. Abraham die zijn zoon Isaac moet offeren. Ik kan er bijna niet naar kijken en voel verstikkende angst. Waarom laat mijn kind mij dit zien? Die hand met dat mes. Steekincidenten in Duitse treinen. Oranje overalls. Theo van Gogh… Ze...
Recente reacties