Over de soms ongemakkelijke omgang met nabestaanden, ook met mij dus… toespraak bij de presentatie van het zevende boek van Ron van Hasselt, ‘Uitgesloten’ in de synagoge van Groningen op 5 mei 2022...

Lieve Ron, In de essayistische inleiding van je inmiddels zevende boek ‘Uitgesloten’ , stel je jezelf en daarmee ons hardop de vraag waarom je eigenlijk doet wat je doet. Ik zal proberen daar iets over te zeggen. Je zoekt, je peinst, je schrijft en dat doe je vanuit een schijnbaar onuitputtelijke bron. Bijna elk jaar verschijnt er wel een boek van jou en ik denk en durf de bewering wel aan dat je er voorlopig nog niet klaar mee bent. Ik zie jouw oeuvre als één groot werk, waarin je telkens weer nieuwe cases opdiept en uitwerkt, en zo mensen aan de vergetelheid ontrukt. ‘Hoe kon dit gebeuren’ is de vraag die in een gedachtenwolk steeds boven jouw hoofd zweeft. Met die en met die.. en met die  en met die… Waarom doen we wat we doen, Ron en ik en nog een paar, nabestaanden van joodse oorlogsgetroffenen die de sterkte behoefte voelen om verhalen op te duiken, te onderzoeken en deze te vertellen. En wat brengt dat allemaal teweeg? Ik wil vandaag stilstaan bij onze drijfveren en bij het ongemak die deze soms opleveren. Omgaan met nabestaanden is niet altijd een pretje. Ja, ik heb het over ons, Ron. Nou ja. In elk geval over mezelf. Niets is zo prikkelend voor de nieuwsgierigheid als een geheim. Wat verstop jij daar achter je rug? Mijn ouders hielden een hele wereld achter hun rug verborgen en ik was daar als kind al door gefascineerd. Zij konden het niet aan om ons toe te laten tot die wereld, om tal van redenen. De schaamte, Ron jij wijdt een hoofdstuk aan verschillende soorten schaamte die joden na de oorlog hadden, maar mijn ouders schaamden zich omdat zij het wel overleefd hadden en al die anderen niet. En ook omdat ze ‘slechts’ ondergedoken hadden gezeten, dus eigenlijk ‘niets’ hadden meegemaakt. Maar ik denk dat er nog iets anders speelde en dat was angst. Meerdere soorten angst. Zowel angst voor de pijn, voor het peilloze verdriet. Ze waren serieus bang dat ze gek zouden worden als ze daaraan zouden beginnen.Angst was er ook om het enige te verliezen dat ze nog hadden en dat waren hun herinneringen. Ze verborgen hun herinneringen diep in hun hart want wat kon er niet allemaal mee misgaan als je ze deelde met een ander? Het geheugen is bepaald niet onfeilbaar, dat weten we allemaal en zo kon het gebeuren dat mijn moeder zich het allerbelangrijkste moment van haar jeugd (dat ze tijdens een razzia onder het bed lag, haar ouders werden weggehaald en zij niet werd gevonden) anders herinnerde dan haar zus, die ervan overtuigd was dat ze samen in de kelder zaten. Je kan je toch niet voorstellen dat je zo’n moment vergeet of niet goed onthoudt maar dat kan. Wie er van de twee gelijk had, zijn we nooit achter gekomen, maar het leidde tot een levenslang schisma tussen de zussen. Voor mijn moeder was het niet te doen om te aanvaarden dat ze het zich misschien ‘fout’ herinnerde. Dus zweeg ze liever. Ze leefde deels in haar eigen wereld, met de herinneringen aan haar ouders en oudste zus en deelde daarvan zomin mogelijk met ons. Ik denk ook dat ze bang waren voor het vervliegen en het vervormen van de herinneringen. Een ander zou het nooit zo kunnen navertellen als zij het ervaren had. En een ander kan het verdraaien, ermee aan de haal gaan en er geld mee gaan verdienen. Met onze pijn! Mijn...