Over de onmogelijkheid van herdenken en de namenwand van Libeskind...

Vriendin S. heeft een paar dagen geleden het monument van Jan Wolkers proberen schoon te maken. Het indrukwekkende monument, een gebarsten spiegel met de tekst ‘Nooit meer Auschwitz’ ligt er smoezelig bij. Op de hekken van het Wertheimpark waar het monument in huist hangen nu lakens met opruiende teksten zoals Mo-No-ment. Terwijl ze stond te schrobben  sprak ze er mensen die zeer emotioneel reageerden op de voorgenomen plannen van de gemeente om in het kleine parkje nog een monument te gaan plaatsen, een enorm monument van op- en aflopende betonnen wanden die plek moeten geven aan de namen van de 102.000 Joodse en Roma en Sinti slachtoffers van het Nazi regime in de 2e Wereldoorlog. De teksten van tegenstanders hadden een hoog ‘not in my backyard’ gehalte. Ook noteerde ze opmerkingen als ‘die Joden hebben dat met al hun geld en sterkte lobby voor elkaar gekregen’. Foute argumenten, die mij de rillingen over mijn lijf doen lopen. Tegenstanders van de namenwand kom je ook tegen in de Joodse gemeenschap, maar die hebben hele andere argumenten. ‘Moeten we nog meer monumenten hebben, er is al een namenwand in de Hollandse Schouwburg, er is al een digitaal Joods monument. We hebben er genoeg van.’  Ook is een veelgehoord geluid ‘ geen geld meer naar dode Joden, maar naar levend Jodendom.’ Dit laatste gaat over de wegkwijnende aanhang van de Joodse gemeenten in Nederland. Steeds minder mensen gaan naar sjoel en voelen zich thuis bij de religieuze gemeentes. Ik ben bang dat dit laatste alles te maken heeft met de onmogelijkheid van herdenken van zoveel slachtoffers. De overlevenden van de 2e Wereldoorlog hebben hun uiterste best gedaan om het leven voort te zetten en wilden zo min mogelijk stil staan bij het te pijnlijke verleden. Je moet het je ook maar eens proberen voor te stellen. Niet één broer of zus, vader of moeder die overleed, maar hele families zijn uitgemoord; hun hele wereld was verdwenen. Geen voorstelling van te maken. Een ieder die een poging doet om daar vorm aan te geven, aan die verdwenen wereld, schiet in de ogen van de eerste generatie tekort. Nooit zal het ook maar op enigerlei manier recht doen aan wat er gebeurd is. De tweede generatie is doorgaans zeer trouw aan dit fenomeen. Doorgaan en niet omkijken, probeer er wat van te maken en sta vooral niet te uitgebreid stil bij al die doden. Het verleden zit ons echter op de hielen en wij zijn bang om alsnog eraan onderdoor te gaan. Het gevoel moet érgens heen en uit zich vaak op agressieve wijze binnen de groep. Er wordt enorm veel ruzie gemaakt in Joods Nederland en nergens voelde ik mij minder welkom als in sjoel, waar ik vaak op teksten ben getrakteerd als ‘ wat kom hier jij doen, jij doet er toch verder niets aan’. Mijn keuze om aan de rand van de gemeenschap te opereren heeft alles te maken met de elkaar de maat nemende, benauwende, vrouwonvriendelijke mentaliteit die ik daar aantrof en die mij de sjoel uit heeft gejaagd. Ik ben vast niet de enige. Al die boosheid. Ik noem het de geïmplodeerde  oorlog. Niemand kan en kon een kant op met zijn of haar onmetelijke verdriet en enorme woede. Dus richten we het op elkaar. Ik ben een groot voorstander van herdenken, in welke vorm dan ook. Ik denk dat het goed en heilzaam is en dat we het nodig hebben om verder te kunnen met ons leven in...

Ayn of Ivo?

Trek je nooit iets aan van wat iemand op facebook over een voorstelling schrijft. Dat is voor mij de les van de week. Net toen ik Yolande had toegezegd mee te gaan naar de premiere, las ik dat iemand het enorm saai en lang gevonden had. De voorstelling duurt vier uur, dus ik ging gewapend met pepermunt en nootjes naar de Rabozaal en had er een hard hoofd in. Ik vind doorgaans de dingen al snel lang en saai. Heb niet veel geduld. Maar niets van dat al. Ik vond het mooi, fascinerend én verschrikkelijk. Alleen had ik enorme spijt dat ik het boek niet eerst gelezen had. Van Ayn Rand weet ik dat ze in Sint Petersburg geboren is en naar Amerika gevlucht is in de jaren ’20. Dat ze in haar werk het individu bezingt en het vermogen om zelf het leven te maken en dat ze daardoor omarmd is wordt door fervente kapitalisten, door Republikeins Amerika. Wat ik zag was anders. Ik zag een architect die zo trouw bleef aan zijn eigen principes dat hij zelf zijn eigen bouwwerken verwoestte en in een steengroeve moest werken en een andere architect die niets liever maakte dan wat in de smaak viel bij het grote publiek en over lijken ging om grote opdrachten binnen te halen. Ik zag een krantenmagnaat die bezig was om met al zijn krantenmacht de publieke opinie te bepalen. Dat leek mij toch een enorme aanval op het kapitalisme. Geld en macht corrumperen, maar van al teveel principes word je ook bepaald niet gelukkig. Had ik hier te maken met Ayn of Ivo? Dat wist ik niet precies, omdat ik dat verdomde boek dus niet gelezen had. Wel keek ik naar geweldige acteurs, Ramsy Nasr met stip op één. Maar ook de Aus Greidanus jr, Hans Kesting, Hugo Koolschijn; allemaal erg goed. Alleen de vrouwen, de vrouwen bij Ivo. Dat is toch wel een puntje. Er waren er twee. Tamar van den Dop in een wat ondankbare rol als vrouw die zo graag met één van die architecten zou trouwen, maar werd gepasseerd door de andere vrouw, Halina, de spiderwoman. Zoals we van haar gewend zijn was ze binnen drie minuten uit de kleren, werd ze een paar keer flink genomen, met de camera erop en daarna moest ze dood. Die mannen zijn gewoon slecht, maar vrouwen het echte kwaad. Zag ik hier de hand van Ayn Rand of Ivo ten Hove? En is Halina niet een soort slaaf van deze regisseur? In de pauze zag ik Chris Nietvelt voorbij schuiven. Zij was eerst dit meisje, dat alsmaar bloot en dood moest, maar is nu wat ouder en doet niet meer mee. Met Yolande afgesproken dat we het boek gaan lezen en het er dan nog eens over gaan hebben. Theater dat aanzet tot lezen. Lijkt mij een mooie opbrengst van een fascinerende middag/avond. En ik vond het niet saai en...